“Dokter, staat de LSP aan?”

Interview Majid Baraya

“Dokter, staat de LSP aan?”

Interview Majid Baraya
Huisarts Majid Baraya is sinds 2015 eigenaar van huisartsenpraktijk Ookmeer, stadsdeel Osdorp. De eerste jaren stak zij noodgedwongen veel tijd en energie in het optuigen van de ICT-basis. “Er was geen wifi in de praktijk, het ouderwetse systeem werkte traag, ik ontving veel foutmeldingen, en ga zo maar door. Dat moet toch anders kunnen, dacht ik. In het bedrijfsleven, waar ze ook met beveiligde systemen werken, loopt het toch wel goed?” Anno 2020 zijn er heel wat digitale stappen vooruit gemaakt, dankzij ondersteuning van de ROHA, waar zowel het team als de patiënt dagelijks profijt van hebben.

Ik denk dat de ICT en eHealth van nu een grote vooruitgang betekenen voor zowel het team als voor de patiënt. Werkplezier en tevredenheid binnen het team vind ik heel belangrijk, en dat krijg je als je efficiënter kunt werken. Het scheelt ook een hoop frustratie. Als je zonder computer zit in de ochtend, en dat een paar keer meemaakt, dan is dat voor de veiligheid van de patiëntenzorg niet fijn. De praktijkondersteuner kan direct naar caresharing en doorklikken naar het patiëntenportaal. Door de verbinding met de LSP heeft de huisartsenpost inzage in het dossier en medicatie van patiënten. Vergeleken met twee jaar geleden zijn we nu dertig keer sneller op internet, dat is echt gigantisch veel, ik denk dat de patiënten dat ook merken.

PraktijkscanToen ik in deze wijk begon liep ik tegen veel beperkingen op, wist niets van ICT af en was tegelijkertijd bang om belangrijke gegevens kwijt te raken als ik een veranderstap zou wagen. Als arts wil ik immers veiligheid voor de patiënten garanderen. Ik constateerde dat er enorm veel schakels bestaan op dit terrein. De leverancier van het systeem zei dat hij ‘voor de veiligheid’ niets kon veranderen. Ik voelde me als solist klemgezet door bedrijven die een verdienmodel hebben, maar gaf niet op en bleef zoeken naar andere mogelijkheden. Op een gegeven moment reageerde Huib Hoogendijk, die net bij de ROHA was gestart, op mijn vraag om mee te denken. Hij keek de hele ICT na, de snelheid van de computers, de internetverbinding en belde met onze systeemleverancier. Na deze praktijkscan gaf hij aan wat wij stap voor stap zelf konden doen. Sowieso moesten we naar een nieuwe internet provider en met een ander bedrijf voor de eHealth in zee gaan. Contracten openbreken duurde lang, ik kon niets opzeggen. Steeds als er later iets fout ging bij bijvoorbeeld patiënteninformatie en bij koppelingen, kon ik Huib bellen en met hem overleggen. Ik stond en sta er nog steeds dus niet meer alleen voor en kan altijd een beroep doen op onafhankelijke hulp, zonder winstoogmerk. Nog steeds heb ik met Huib vervolggesprekken, of alles goed loopt.

ICT en eHealth tijdens coronaNa maanden van voorwerk is het omzetten van het systeem, en dus de migratie van de patiëntgegevens, uiteindelijk in één dag gebeurd tijdens de eerste coronagolf, omdat het toen rustiger was in de praktijk. Eigenlijk is er geen enkele dag geweest zonder patiëntcontacten. De verschillende systemen waren tegelijk goed op elkaar ingesteld. Patiënten stuurden bijvoorbeeld berichten en verzoeken om herhaalrecepten via OPEN. In het kader van OPEN en LSP zijn we nu bezig met een project om patiënten te overtuigen in het portaal te komen. Claudia Borsch, een collega van Huib, heeft daarbij geholpen. In maart stuurden we naar alle patiënten met wie we mailcontact hebben een nieuwsbrief met een linkje naar de website en het patiëntenportaal. Vanwege het feit dat Osdorp een laaggeletterde achterstandswijk is bevatte deze nieuwsbrief veel films met weinig tekst. Deze actie voor aandacht bleek een schot in de roos want de aanmeldingen voor het portaal stroomden binnen. Patiënten komen nu zelfs mijn spreekkamer binnen met de vraag “Dokter, staat de LSP aan?” De betrokkenheid van de patiënten over wat wel en niet klopt digitaal levert leuke en diepgaande discussies op. Ze lezen natuurlijk hun eigen dossier heel goed. Mensen blijken veel vertrouwen in ons te hebben, we noteren ook niets wat niet mag. Als een patiënt denkt dat er iets niet klopt met de labuitslagen, bellen ze met de vraag om meer uitleg. Maar meestal klopt alles en bellen ze niet, dus wordt de praktijk minder gestoord. Ook kreeg ik onlangs een heel terechte vraag van iemand met genderdystrofie. We hanteren daarvoor de code ‘problemen met geslachtsstatus’. “Dat klopt toch niet dokter, want ik heb een psychiatrische ziekte en daarom wil ik die ook met een psychiatrische code vermeld zien”, aldus de patiënt. Helaas hebben we daar in de huisartsenpraktijk geen code voor en had deze patiënt had dus wel degelijk een punt.

Wat corona ‘opleverde’We hadden voor corona echt volle wachtkamers en veel binnenlopers, die situatie willen we niet terug. Nu blijkt dat patiënten veel meer kunnen dan ze zelf dachten. Ze kunnen ons digitaal vinden, ze kunnen ons bellen en ze zijn meer tevreden. Ik heb nog niemand gehoord die zei dat we onbereikbaar waren. Door ICT merken we dat we heel aanwezig zijn en dat patiënten op andere manieren, bijvoorbeeld door videoconsulten, vragen kunnen stellen. Eigenlijk zijn wij nu efficiënter bezig dan voor de coronacrisis. Blijkbaar delen we nu door bellen, mailen en videoconsulten onze tijd handiger in waardoor we misschien wel beter helpen. Mensen die elke dag binnen kwamen lopen, kregen veel meer aandacht dan degenen die ons niet wilden storen. Die laatste groep kun je nu even een berichtje sturen, dat vinden toch heel veel mensen fijner.

Samen sta je sterkerToen ik in 2018 ondersteuning kreeg van de ROHA bestond de praktijkscan officieel nog niet. Ik ben blij dat ik toch gebruik kan maken van het stimuleringsgeld dat de ROHA tegenwoordig beschikbaar stelt als een praktijk de ICT wil aanpakken en een praktijkscan laat maken. Ik kan de vruchten plukken van een organisatie die overzicht heeft en op de hoogte is van veel meer andere huisartspraktijken. Alles in je eentje doen kost heel veel tijd en wat je niet kent, zoals ICT, kun je ook niet veranderen, dus ieder zijn vak!