“Spiegelen is een effectieve en inspirerende leermethode”

Interview Marije Holtrop

“Spiegelen is een effectieve en inspirerende leermethode”

Interview Marije Holtrop

Huisarts Marije Holtrop, van huisartsenpraktijk Holtrop en Westermann in stadsdeel Oost, heeft kwaliteitsverbetering hoog in het vaandel staan. Haar wijkgroep organiseert drie keer per jaar een toetsbijeenkomst met gebruik van spiegelinformatie. Ook participeert deze groep in een pilot met het academisch huisartsennetwerk. “Spiegelen kunnen we jarenlang volhouden, het aantal mogelijke onderwerpen is onbeperkt. Ik geloof dat deze manier van kwaliteitsverbetering me niet snel zal vervelen.”

Sterke formuleIk zit in een huisartsenwijkgroep met veertien collega’s die net als ik hun praktijk in de buurt van het OLVG hebben. Ongeveer drie keer per jaar gebruikt deze groep spiegelinformatie over diverse thema’s als materiaal voor onderlinge toetsing. We analyseren met elkaar de gevonden praktijkvariatie, leren van elkaar en sluiten af met het formuleren van individuele leerpunten. Een jaar later kijken we wat we met deze verbeterpunten gedaan hebben. Het blijkt dat, een beetje afhankelijk van het onderwerp, met deze beperkte tijdsinvestering een jaar later toch een behoorlijke gedragsverandering is bereikt. Daar word ik heel enthousiast van. Intercollegiale toetsing met spiegelinformatie is een hele dankbare manier van leren, omdat het gaat over je eigen werk. Wanneer je eigen cijfers afgezet worden tegen die van collega’s die je waardeert en die dezelfde patiëntenpopulatie hebben als jij, dan heeft dat een enorme impact en zeggingskracht. Voorwaarde is wel dat de cijfers erg betrouwbaar zijn. Ons meest recente onderwerp ging over de mate waarin onze CVR-populatie statines gebruikt en of ze de streefwaarden wel haalden. Gelukkig kon Erica Knödler ons van betrouwbare cijfers voorzien. Als aanvulling op de cijfers maken we altijd een enquête waarin we uitgebreider vragen naar zelf gerapporteerd gedrag, meningen en frustraties. Deze twee bronnen samen bieden wat mij betreft een hele sterke formule voor een goede toetsbijeenkomst.

Zelf aan de slagBij toetsing met spiegelinformatie gaat het er niet om of de ene praktijk het beter doet dan een andere, wat bedreigend zou kunnen zijn, dat is helemaal niet aan de orde. Praktijkvariatie is niet per definitie verkeerd, er kunnen hele goede verklaringen voor zijn. Voor beginnende groepen kunnen sommige onderwerpen wel wat confronterender zijn dan anderen. Een groep moet veilig zijn en een gespreksleider hebben die kan waarborgen dat iedereen tot zijn recht komt en in alle openheid durft te reflecteren. Dat kost tijd. Beginnende groepen zouden kunnen kiezen voor een onderwerp dat iets minder bedreigend is. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor case-finding van patiënten met familiaire hyperlipidemie of onbehandelde hepatitis. Hierbij gaat het er niet zozeer om of je afwijkt van de norm, maar ga je op zoek naar patiënten voor wie je het beleid kunt optimaliseren.

In de pilot met het Universitaire Huisartsen Netwerk wordt voor verschillende onderwerpen een geschikte benchmark-extractie gemaakt en een werkvorm voor de groepsbijeenkomst bedacht. Vervolgens wordt een virtueel werkboek gemaakt, waardoor het onderwerp ook zonder veel extra moeite in andere groepen kan draaien. Uiteindelijk is het de bedoeling dat wijkgroepen op deze manier uit een interessante, veelzijdige virtuele bibliotheek kunnen putten om laagdrempelig zelf een toetsbijeenkomst te kunnen organiseren.In de huisartsgeneeskundige visie op kwaliteit heeft onderlinge toetsing aan de hand van spiegelinformatie een centrale plaats gekregen. En terecht, het is in mijn ervaring een zeer inspirerende activiteit, die in staat is ons gedrag in de spreekkamer op een gunstige manier te beïnvloeden. En daar hebben onze patiënten dan weer profijt van.

Virtuele bibliotheek Door corona is er in 2020 minder getoetst met spiegelinformatie dan we hoopten, maar we hebben het wel gehad over hart- en vaatziekten. Wat we normaal gesproken aan benchmarks moesten aanleveren ging over de vraag of we het cholesterol van patiënten wel bepaald hadden. Of de patiënten hun streefwaarden behaalden? Dat werd nooit in cijfers terug gegeven. Daarom gingen we daar zelf naar op zoek. We startten met een enquête onder alle praktijkverpleegkundigen en huisartsen, organiseerden daarna een bijeenkomst en maakten ons onderzoek compleet met cijfers. Het resultaat is een virtueel werkboek over LDL streefwaarden met betrouwbare ROHA-cijfers geworden, het eerste kant-en-klare exemplaar van een hopelijk lange reeks onderwerpen in een virtuele bibliotheek voor wijkgroepen.

KwaliteitsverbeteringEr zijn al langer toetsgroepen in den lande, maar de manier waarop je toetst en de mate waarin je echt spiegelinformatie gebruikt verschilt nog weleens. Dat geldt ook voor de betrouwbaarheid en actualiteit van de spiegelinformatie. Van de verzekering bijvoorbeeld kun je ook spiegelinformatie krijgen, maar die is standaard drie jaar oud en focust op zaken die zij opvallend vinden. Dat zijn lang niet altijd de kwesties wij als huisartsen zelf opmerkelijk vinden. Deze kun je veel beter met collega’s uit de wijk bespreken dan met de zorgverzekeraar. Wij moeten het echt met elkaar over het gesprek in de spreekkamer hebben en wat we niet kunnen verklaren moeten we ook niet willen veranderen. Kwaliteitsverbetering werkt op heel veel niveaus. De moed er in houden, je gesteund voelen, praktische tips uitwisselen en je verdiepen. Ook stellen we gezamenlijk een norm voor goed gedrag. Deze is er vaak wel vanwege onze richtlijnen, maar het is interessant om met elkaar te kijken wat je van die norm in jouw praktijk per se wil halen en hoe je dat dan gaat doen. Dat vind ik de sterkste manier van jezelf in de loop der jaren verbeteren. Deze manier van kwaliteitsverbetering zal me geloof ik niet snel vervelen.