“Amsterdamse samenwerking is een soort politiek”

“Amsterdamse samenwerking is een soort politiek”

Huisarts en medisch directeur Stella Zonneveld is algemeen bestuurslid van de Amsterdamse Huisartsen alliantie (AHa) en erkent de noodzaak van stedelijke samenwerking. “Als huisartsen met één stem naar buiten treden, zoals tijdens dit coronajaar, zitten ze beter aan tafel met stedelijke organisaties. Een ander voorbeeld van zorg verbeteren door samen te werken is de succesvolle teleconsultatie pilot met het OLVG. De randvoorwaarden daarvoor kun je als huisartsen met elkaar bepalen en beïnvloeden, dat is echt superleuk.”
Als je het hebt over stedelijke samenwerking, dan kijk ik speciaal naar de samenwerking tussen huisartsen en organisaties in alliantieverband. De AHa bestaat nu een jaar en wij hoopten eigenlijk dat we al wat stappen verder zouden zijn, maar zover is het nog niet. Het is echt een kwestie van op onderwerpen met elkaar blijven oefenen en kijken of we op die manier met elkaar een stap verder komen. Het is nog steeds zo dat we op een aantal hoofdthema’s met elkaar samenwerken, maar niet één organisatie zijn. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat de zorgverzekeraar sturend is in het proces. Alle samenwerkende partijen hebben daarnaast ook hun eigen belangen, net als in de politiek het geval is, en kijken niet alleen naar wat de meerwaarde is voor de Amsterdamse patiënt. Volgend jaar moet er een gelijk financieel speelveld zijn voor de zorggroepen. Stedelijke samenwerking is niet makkelijk, en gaat met kleine stapjes. We willen als ROHA het democratisch proces bevorderen met elkaar. Binnen de ROHA is dat ook merkbaar in de ROHA-raad met vertegenwoordiging van de wijkgroepen, directie en bestuur. Zo weten we wat onze leden willen en kunnen wij ze vertellen wat er stedelijk gebeurt. Huisartsen moeten betrokken zijn bij de besluitvorming in de stad.
Zorgen voor randvoorwaardenTegelijkertijd erkennen we allemaal dat samenwerking noodzakelijk is. Als je kijkt naar kansen en ook voorbeelden waarvan je kunt laten zien dat je met één stem als huisartsen naar buiten optreedt en daardoor beter aan tafel komt, dan is dat wel de coronacrisis. Ik ben zelf ook wel behoorlijk actief geweest, en nog steeds, in het crisisteam van de huisartsen. Als je met elkaar vaststelt waar de huisarts voor staat, dan kun je ook tegen ziekenhuizen en verpleeghuizen zeggen: je moet bij het crisisteam zijn als je iets van de huisarts wilt of als je zelf met oplossingen komt. Als je heel intensief samenwerkt en met een en dezelfde mond praat, dan blijkt dat dus wel degelijk wat op te leveren. In dit voorbeeld verliep de samenwerking wel wat makkelijker, omdat corona nieuw en niet controversieel was. De eigen organisatiebelangen kwamen daarbij niet zozeer naar voren.Een ander voorbeeld is de vervroegde overname van Covid-patiënten uit het ziekenhuis. Zoiets moet dan met elkaar uitgewerkt worden, waarbij wel wat lef nodig is, want als je volledig wil gaan polderen zijn er veel huisartsen die daar niet om staan te springen. Zorg je voor de juiste randvoorwaarden, dan krijg je iedereen wel mee.
Pilot teleconsultatie OLVGDat we door samenwerking de zorg kunnen verbeteren bleek uit een pilot teleconsultatie met het OLVG. Eigenlijk is deze pilot door corona in een stroomversnelling geraakt. Ziekenhuizen moesten veel afspraken met patiënten afzeggen en wij als huisartsen hadden veel (beeld)telefonisch contact met patiënten. In plaats van patiënten te verwijzen naar een specialist in het ziekenhuis kun je ook soms de vraag zelf voorleggen aan die specialist. Met een juist antwoord en een stappenplan kom je dan als huisarts ook al verder. Teleconsultatie bleek een groot succes te zijn. Een paar huisartsenwijkgroepen zijn benaderd met het voorstel om deze vorm van consultatie intensief in te zetten. Uiteindelijk zijn alle proevers enthousiast over hun deelname, waardoor zij de randvoorwaarden voor teleconsultatie beter konden aangeven. Zo is er behoefte aan de mogelijkheid om een aanvullende vraag te stellen en aan een beeldbelmogelijkheid tussen huisarts, patiënt en specialist. De inrichting van teleconsultatie konden wij dus met elkaar bepalen en beïnvloeden, dat is echt superleuk. Mijn einddoel is altijd dat wij goede zorg aan patiënten leveren, en teleconsultatie blijkt daarvoor een nieuwe mogelijkheid te zijn.
ResultatenTeleconsultatie kan natuurlijk lang niet voor alles, maar voor een heleboel zaken ook wel. Het frappante bij teleconsultatie is, en dat blijkt ook uit onderzoek, dat we als huisartsen een veel betere vraagstelling hebben en dat we heel goed opschrijven wat er aan de hand is, waar wij zelf aan denken en wat we willen weten. Dat doen we zelfs beter dan wanneer we een patiënt verwijzen. Ook voor de specialist blijkt teleconsultatie goed te werken. Deze wordt normaal gesproken vaak gestoord door telefoontjes en kan nu even digitaal helpen op een rustig moment, goed kijken naar de vraag en er ook beter op antwoorden. Het mes snijdt dus aan twee kanten. De specialist hoeft de patiënt dus niet als vanzelfsprekend live te zien en binnen drie dagen antwoord geven is voor hem of haar ook wel haalbaar. Het project is afgerond en de resultaten met evaluatie worden nu gepresenteerd aan alle ziekenhuizen en huisartsgroepen. Het zou fijn zijn als alle Amsterdamse ziekenhuizen teleconsultatie gaan invoeren, zo blijkt uit de eerste reacties. Met deze vervolgstappen zijn we nu bezig en dat is hartstikke mooi!